stenigen
- ste·ni·gen
- In de betekenis van ‘met stenen doodgooien’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
- Afgeleid van steen met het achtervoegsel -ig
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stenigen |
stenigde |
gestenigd |
zwak -d | volledig |
stenigen
- met steenworpen doden
- in het land waar de sharia gold, werd de overspelige vrouw door de fanatiekelingen gestenigd.
1. met steenworpen doden
- Het woord stenigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stenigen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "stenigen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be