• sha·ria
  • Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘aan de koran ontleende wetgeving’ voor het eerst aangetroffen in 1992 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord sharia -
verkleinwoord - -

de shariav

  1. (juridisch) (religie) de islamitische wetgeving
    • Er zijn maar weinig landen waarin de sharia de nationale wetgeving is en dat is maar goed ook. 
80 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[3]