Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • khan
Woordherkomst en -opbouw
  • het woord is eerst als kan uit het Oudfrans kaan ontleend, de schrijfwijzen khan en chan ontstonden later om de klank van het Turks han beter te benaderen[1][2]

Zelfstandig naamwoord

de khanm

  1. verouderde spelling of vorm van kan in de betekenis "Mongoolse of Turkse krijgsheer of vorst" tot 1955

Verwijzingen