Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maat·kan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maatkan maatkannen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de maatkanv / m

  1. een vat waarmee men een hoeveelheid kan afmeten
    • Onze petroleumboer heette Jochem Boes en ventte zijn waar uit met een hondenkar. Op de kar stond een groot vat waaruit de brandstof in een maatkan werd getapt. Met behulp van een trechter werden onze kannen gevuld. [1] 
    • Wie in Spanje benzine tankt doet er goed aan een maatkan mee te nemen. Vandaag is een legertje van veertig inspecteurs begonnen om de ruim vierhonderd tankstations van de regio Madrid aan een nauwgezette inspectie te onderwerpen. Aanleiding is het vermoeden dat er op ruime schaal gerommeld is met het elektronische meetsysteem van de pompen waardoor de automobilist aanzienlijk minder brandstof in zijn tank krijgt dan het pompscherm aangeeft. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. NRC Gerrit Kolthof 8 december 1998 Petroleumstel
  2. NRC Steven Adolf 20 januari 1998 Klanten bedrogen door tankstations in Spanje
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be