Nederlands

 
wijnkan
Uitspraak
Woordafbreking
  • wijn·kan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wijnkan wijnkannen
verkleinwoord wijnkannetje wijnkannetjes

Zelfstandig naamwoord

de wijnkanv / m

  1. een klein vat van waaruit men wijn kan schenken in glazen vanwaaruit men de wijn kan drinken
    • In januari bracht een ander veilinghuis het voorwerp als 19-eeuwse Franse wijnkan in veiling. De waarde werd toen geschat op 175.000 tot 350.000 euro. Maar sommige verzamelaars hadden het idee dat de kan wel eens iets bijzonders kon zijn en na een verwoede strijd ging de hoogste bieder voor 283.000 euro met het glaswerk naar huis. [1] 
    • Hij was geen na-schilder die slechts weergaf wat hij voor ogen zag, er is meer verbeelding aan te pas gekomen. Hij mag vijf maal hetzelfde glas-in-lood-raam hebben geschilderd, het raam is, net als de tafelpoot, elke keer iets anders - er zijn verschillen in het aantal ruitjes en het patroon in de bovenste ruitjes-rij, in de plaatsing van het raam en in de eikenhouten balk eronder. Voor stoelen, gordijnen en andere attributen geldt hetzelfde en je bent dan ook geneigd te denken: hij heeft al die dingen wel gezien, hij kende de tafel, het raam, de landkaart, de stoelen, de witte wijnkan, de contra-bas, het juwelenkistje en de marmeren vloer, maar hij maakte de ensceneringen in zijn fantasie. [2] 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad 08-10-2008 Goedkoop kannetje blijkt duur topstuk
  2. NRC Lien Heyting 1 maart 1996 Dertig jonge vrouwen; Uit de verbeelding van Johannes Vermeer
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be