slecht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slecht
Woordherkomst en -opbouw
- Oorspronkelijk in de betekenis van ‘eenvoudig, onaanzienlijk, gering’, vervolgens ‘ordinair, minderwaardig; onnozel’ (ook gespeld als slicht). In de betekenis van ‘niet goed [van afkomst]’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
|
|
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | slecht | slechter | slechtst |
verbogen | slechte | slechtere | slechtste |
partitief | slechts | slechters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
slecht [3]
- van lage kwaliteit
- Een slecht merk.
- ▸ Ik probeerde het nogmaals maar de lijn was wederom heel slecht en de helft van mijn woorden viel weg.[4]
- kwaadaardig, kwaadwillend, niet van goede wil getuigend
- Een slechte daad
- (meteorologie) (van het weer) met meer wind, regen en meestal een lagere temperatuur
- ▸ De sneeuw werd steeds slechter en boven mijn hoofd ontstonden dikke bloemkoolwolken.[4]
- (verouderd) vlak, effen, glad
- Een slechte weg betekende vroeger dat de weg geslecht was, dus vrijgemaakt van bobbels en kuilen. Nu zou je zeggen: goede weg.[5]
Antoniemen
Hyponiemen
- (intensivering) allerslechtst, superslecht
- [1], [3] (intensivering) bereslecht, rotslecht
- [2] (intensivering) aartsslecht, doorslecht, inslecht
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Slecht gemutst zijn
een slecht humeur hebben
- Goed ( of slecht) aangeschreven staan
iets of iemand in zekere klasse rangschikken, op zekere wijze beschouwen of schatten.
- In een slechte reuk staan
iemand die niet goed bekend staat
- In een goed ( of slecht) blaadje staan
ergens goed aangeschreven staan
- Met onwillige honden is het slecht hazen vangen
het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen
- Recht en slecht
oprecht en eenvoudig
- Van een koude (kale of slechte) kermis (reis of markt) thuiskomen
ergens slecht wegkomen
Opmerkingen
- De betekenisontwikkeling van ‘glad, vlak’ naar ‘niet goed’ is beperkt tot de Nederlandse en Duitse taalgebieden (en eventueel Deens slet, wellicht beïnvloed door Duits schlecht ?). De tussenstappen van deze ontwikkeling zijn nog bewaard in het werkwoord slechten ‘vlak maken’, in de uitdrukking recht en slecht en in het bijwoord slechts ‘eenvoudigweg’ (later ‘alleen maar’).
Vertalingen
1. niet goed
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
slecht | slechter | het slechtst |
Bijwoord
slecht
- niet goed
- Deze groep is wel het slechtst behandeld.
Antoniemen
Vertalingen
1. niet goed
Overerving en ontlening
Werkwoord
vervoeging van |
---|
slechten |
slecht
Gangbaarheid
- Het woord slecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "slecht" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[7] |
Verwijzingen
- ↑ "slecht" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ slecht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ 4,0 4,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ WereldRegio nummer 609, 26 april 2019, Jaargang 13, week 17
- ↑ World Loanword Database geraadpleegd 2012-01-28
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be