• slecht·ste

slechtste

  1. verbogen vorm van de overtreffende trap van slecht
enkelvoud meervoud
naamwoord slechtste slechtsten
verkleinwoord

de slechtstev / m

  1. iets of iemand die een bepaalde kwaliteit minder heeft dan alle anderen
     En toen hoefde hij zich niet meer zoveel bezig te houden met hardlopen. Als hardloper had hij niet veel in te brengen, al behoorde hij echt niet tot de slechtsten, die altijd werden gepest.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 978904462569-1