beste
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bes·te
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
beste
- verbogen vorm van de overtreffende trap van goed
- vriendschappelijke aanspreekvorm
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beste | besten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
beste
- persoon die anderen overtreft
- ▸ Bedenk wel dat de mensen die van het all-inclusive systeem zo’n succes hebben gemaakt echte profs zijn. De besten op hun vakgebied.[1]
Gangbaarheid
- Het woord beste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "beste" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ “ (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Noors
Woordafbreking
- bes·te
Naar frequentie | 264 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud en meervoud van de overtreffende trap van god
Nynorsk
Woordafbreking
- bes·te
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud en meervoud van de overtreffende trap van god