slechterik
- Geluid: slechterik (hulp, bestand)
- IPA: / ˈslɛxtərɪk / (3 lettergrepen)
- slech·te·rik
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slechterik | slechteriken |
verkleinwoord | slechterikje | slechterikjes |
de slechterik m
- iemand die kwaad doet
- Ze hebben die slechteriken eindelijk te pakken.
- Het woord slechterik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slechterik" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be