• al·ler·slechtst
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen allerslechtst
verbogen allerslechtste

allerslechtst

  1. in de hoogste mate kwaadaardig, verwerpelijk op van lage kwaliteit (een benadrukking van de overtreffende trap van slecht)
     Vandaag kiest Argentinië een nieuwe president, eentje die het door crises geplaagde land moet redden. "Maar eigenlijk is het kiezen tussen twee kwaden", zegt Baud. "Tussen het slechtste en állerslechtste", vult correspondent Nina Jurna aan. "En van degene die je het vraagt hangt af wie wie is."[2]
     "Die ontsteking komt écht op het allerslechtst denkbare moment", vindt Luiten. "In The Final Series zijn heel veel punten voor de wereldranglijst te verdienen en mijn doel voor dit jaar is uiteraard een plaats binnen de topvijftig. Het enige wat ik nu kan doen is heel voorzichtig zijn en hopen dat ik op tijd voor Turkije ben hersteld."[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Eline de Zeeuw
    “Geplaagd Argentinië kiest president: 'Kiezen tussen slechtst en allerslechtst'” (Zondag 27 oktober 2019, 08:38), NOS
  3.   Weblink bron “Slijmbeursontsteking voor Luiten” (Maandag 28 oktober 2013, 08:07), NOS