natuur

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·tuur
Woordherkomst en -opbouw
- via Middelnederlands nature van Frans nature of direct van Latijn natura, het deelwoord van de toekomende tijd van nasci, hetgeen zoveel betekent als "dat wat geboren zal worden", "tot leven zal komen"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuur | - |
verkleinwoord | - | - |
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuur | naturen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
natuur v
- (filosofie) oorspronkelijke, onaangeroerde verschijningsvorm van alles wat zich op, in en rond de Aarde bevindt; min of meer synoniem aan "schepping" of "wildernis"
Dit als tegenstelling tot cultuur, technologie of beschavingdie juist duiden op wat de mens tot op heden aan die schepping of wildernis veranderd heeft en die uit door de mens bewust gecreëerde of gewijzigde vormen bestaan. - (maatschappij) oorspronkelijke wildernis en de nabootsing daarvan, omringend landschap dat wordt beleefd alsof het nooit door de mens is gewijzigd
- ▸ Toch voelde het voor mij niet als een eeuwigheid, wat zijn immers zes maanden op een mensenleven? Na twintig jaar hard werken in glimmende kantoorgebouwen had ik behoefte aan meer natuur en avontuur.[2]
- (wetenschap) alles wat niet door bewust menselijk handelen is ontstaan, zoals het bestudeerd en beschreven wordt door wetenschappen als zoals de natuurkunde en de biologie, te vergelijken met het begrip heelal, universum of kosmos, meestal beschouwd als gezien vanuit het standpunt van de mens op Aarde
- de aard van iets of iemand; het karakter of de essentie
- (verouderd) (seksualiteit) teelvocht; mannelijk zaad en geslachtsorgaan
Synoniemen
- [3] aard, geaardheid, inborst, karakter, wezen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
überhaupt
De aard van iets of iemand
Werkwoord
vervoeging van |
---|
naturen |
natuur
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naturen
- ... dat ik natuur.
Gangbaarheid
- Het woord natuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "natuur" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 "natuur" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be