Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·tuur·con·stan·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord natuurconstante -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de natuurconstantev / m

  1. (natuurkunde) elk van de fundamentele constanten in de natuurkunde

Gangbaarheid

Meer informatie