natuurplan
- Geluid: natuurplan (hulp, bestand)
- IPA: / naˈtyrplɑn / (3 lettergrepen)
- na·tuur·plan
- samenstelling van natuur zn en plan zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuurplan | natuurplannen |
verkleinwoord | natuurplannetje | natuurplannetjes |
het natuurplan o
- geheel van voorgenomen acties om het bestaan van planten en dieren in het wild te bevorderen
- ▸ Binnen vijf jaar kunnen natuurliefhebbers op safari in de Oostvaardersplassen. (…) Dat staat in een natuurplan dat het bedrijf Innovatienetwerk heeft ontwikkeld.[1]
- Het woord natuurplan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Binnen vijf jaar op safari in Oostvaardersplassen” (19 september 2014) op nu.nl