Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·tuur·plan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord natuurplan natuurplannen
verkleinwoord natuurplannetje natuurplannetjes

Zelfstandig naamwoord

het natuurplano

  1. geheel van voorgenomen acties om het bestaan van planten en dieren in het wild te bevorderen
     Binnen vijf jaar kunnen natuurliefhebbers op safari in de Oostvaardersplassen. (…) Dat staat in een natuurplan dat het bedrijf Innovatienetwerk heeft ontwikkeld.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Binnen vijf jaar op safari in Oostvaardersplassen” (19 september 2014) op nu.nl