Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·tuur·pro·fiel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord natuurprofiel natuurprofielen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het natuurprofielo

  1. het profiel 'Natuur & Techniek' en het profiel 'Natuur & Gezondheid' zoals men dat op het vwo of havo kan kiezen
    • Iemand die natuurkunde, scheikunde, biologie en wiskunde B in zijn vakkenpakket heeft haalt zijn VWO-diploma met beide natuurprofielen. 

Gangbaarheid