Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·tuur·fi·lo·soof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord natuurfilosoof natuurfilosofen
verkleinwoord natuurfilosoofje natuurfilosoofjes

Zelfstandig naamwoord

de natuurfilosoofm

  1. (filosofie) iemand die nadenkt over de stoffelijke wereld
    • Aristoteles was de grootste natuurfilosoof in zijn tijd. 
    • Eigenlijk zijn er geen echte moderne natuurfilosofen meer al zijn er wel een aantal denkers die er enige kenmerken van hebben zoals Jacob Klein en Hans Jonas. 

Meer informatie

Gangbaarheid