natuurgebied
- na·tuur·ge·bied
- samenstelling van natuur en gebied
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuurgebied | natuurgebieden |
verkleinwoord | natuurgebiedje | natuurgebiedjes |
het natuurgebied o
- een gebied met opvallende eigenschappen als het gaat om flora, fauna, geologische of landschappelijke gesteldheid, zoals dit bijvoorbeeld tot uiting komt in een grote uitgestrektheid of biodiversiteit
- Het woord natuurgebied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "natuurgebied" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be