wildernis
Niet te verwarren met: wilderness |
- wil·der·nis
- In de betekenis van ‘woest gebied, plek waar alles in het wild groeit’ voor het eerst aangetroffen in 1185 [1]
- Naamwoord van handeling van wild met het achtervoegsel -nis met het invoegsel -er-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wildernis | wildernissen |
verkleinwoord | wildernisje | wildernisjes |
de wildernis v
- (ecologie) een bosachtig gebied dat weinig door de mens geregeld is
- Hij trok zich enige tijd terug in de wildernis.
- ▸ Ik wilde met mijn hele hebben en houden op mijn rug in de overweldigende wildernis van Amerika slapen onder de sterren, nieuwe mensen ontmoeten, alleen met mijn gedachten door de bossen lopen en de vrijheid hebben om te gaan en te staan waar ik wilde.[2]
1. een bosachtig gebied dat weinig door de mens geregeld is
- Het woord wildernis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wildernis" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "wildernis" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be