natuurzone
- Geluid: natuurzone (hulp, bestand)
- IPA: / naˈtyrzɔːnə / (4 lettergrepen)
- na·tuur·zo·ne
- samenstelling van natuur zn en zone zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuurzone | natuurzones |
verkleinwoord | - | - |
- gebied waar flora en fauna zich zonder veel menselijke ingrepen kunnen ontwikkelen, in contrast met nabijgelegen gebieden waar mensen wonen en werken
- ▸ Van den Kieboom stapte hier rond in de modder terwijl hij een toelichting gaf op het plan om dit gebied om te vormen tot een natuurzone tussen de binnenstad en de Binnenschelde.[1]
- Het woord 'natuurzone' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Arjen Schreuder“Stadsbos gerooid voor nieuw recreatiegebied” (1 februari 2000) op nrc.nl