• na‧tu‧ra
enkelvoud meervoud
natura nature

natura v

  1. natuur


  • de vrouwelijke vorm van naturus, het toekomstig deelwoord van  nasci ww  "worden geboren", dus: "zij die zal worden geboren"

nātūra v

  1. natuur


  • na‧tu‧ra
enkelvoud meervoud
natura naturas

natura v

  1. natuur