ISO 639-3
gmh
bestand
  • Mid·del·hoog·duits
enkelvoud meervoud
naamwoord Middelhoogduits -
verkleinwoord - -

het Middelhoogduitso

  1. (taal) Hoogduitse dialecten die in het tijdperk van de hoge middeleeuwen (1050-1350) in grote delen van Duitsland werden gesproken; ontstaan uit het Oudhoogduits en overgegaan in het Vroegnieuwhoogduits