koekoek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- koe·koek
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelnederlands coecoec, klanknabootsing van de roep van deze vogel; in de betekenis van ‘koekoekachtige’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koekoek | koekoeken |
verkleinwoord | koekoekje | koekoekjes |
Zelfstandig naamwoord
de koekoek m
- (koekoeksvogels) bepaald soort vogel, Cuculus canorus , die zijn jongen door vogels van andere soorten laat grootbrengen
- ▸ De roep van de mannelijke koekoek is onmiskenbaar, monotoon, soms honderden keren achtereen in een welhaast mechanische regelmatigheid.[4]
- (bouwkunde) kleine dakkapel met een spitse kap
- (bouwkunde) keldergat waar het licht doorheen valt
- (bouwkunde) glazen kap op bijv. een scheepsdek of dak voor de verlichting en ventilatie van ruimtes die zich eronder bevinden
- (religie), (eufemisme) duivel
- (techniek) koekoeksklok
- De koekoek sloeg één uur.
- (plantkunde) koekoeksbloem
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- Afrikaanse koekoek, amethistkoekoek, andamanenspoorkoekoek, baardkoekoek, Bengaalse spoorkoekoek, Bernsteins spoorkoekoek, biakspoorkoekoek, bismarckspoorkoekoek, Bocks sperwerkoekoek, bonte baardkoekoek, boskoekoek, bruinbandbaardkoekoek, bruine langstaartkoekoek, bruinkapbaardkoekoek, Burchells spoorkoekoek, ceylonspoorkoekoek, cocoskoekoek, coromandelkoekoek, Cubaanse hagediskoekoek, chacobaardkoekoek, Chinese sperwerkoekoek, Chinese spoorkoekoek, diadeembaardkoekoek, diederikkoekoek, diksnavelkoekoek, dubbelbandbaardkoekoek, dwergkoekoek, eekhoornkoekoek, fazantkoekoek, fazantspoorkoekoek, Filipijnse drongokoekoek, Filipijnse sperwerkoekoek, Filipijnse spoorkoekoek, gabonspoorkoekoek, gebandeerde baardkoekoek, gebandeerde grondkoekoek, geelkeelkoekoek, geelsnavelkoekoek, gekraagde baardkoekoek, geschubde grondkoekoek, gestreepte baardkoekoek, gestreepte koekoek, gestreepte langstaartkoekoek, gevlekte baardkoekoek, gevlekte bronskoekoek, goliathspoorkoekoek, gouden bronskoekoek, Goulds bronskoekoek, grauwe koekoek, grijskopkoekoek, grijze langstaartkoekoek, groene spoorkoekoek, grote renkoekoek, grote sperwerkoekoek, guirakoekoek, guyanabaardkoekoek, heremietkoekoek, himalayakoekoek, hispaniolahagediskoekoek, Hodgsons sperwerkoekoek, Horsfields bronskoekoek, Indische sperwerkoekoek, Indonesische koekoek, jacobijnkoekoek, Jamaicaanse hagediskoekoek, Javaanse spoorkoekoek, kaispoorkoekoek, Klaas' koekoek, kleine bronskoekoek, kleine eekhoornkoekoek, kleine koekoek, kleine mangrovekoekoek, kleine renkoekoek, kleine sperwerkoekoek, knevelbaardkoekoek, koperstaartspoorkoekoek, kortteenspoorkoekoek, kortvleugelkoekoek, kuifkoekoek, langsnavelkoekoek, Levaillants koekoek, lijsterkoekoek, madagaskarkoekoek, Maleise grondkoekoek, Maleise sperwerkoekoek, mangrovekoekoek, Meyers bronskoekoek, mindorospoorkoekoek, Molukse drongokoekoek, Molukse koekoek, monniksspoorkoekoek, Obama's baardkoekoek, okerborstbaardkoekoek, pauwkoekoek, Puertoricaanse hagediskoekoek, rechtstaartdrongokoekoek, regenkoekoek, renkoekoek, reuzenkoekoek, roestbuikkoekoek, roestkeelbaardkoekoek, roetkapbaardkoekoek, roodbuikgrondkoekoek, roodkeelbronskoekoek, roodnekbaardkoekoek, roodsnavelgrondkoekoek, roodvleugelgrondkoekoek, rosse spoorkoekoek, salomonsspoorkoekoek, Senegalese spoorkoekoek, Siamese grondkoekoek, sint-helenakoekoek, smaragdkoekoek, soendakoekoek, spoorkoekoek, sulawesisperwerkoekoek, sulawesispoorkoekoek, Sumatraanse grondkoekoek, Swainsons baardkoekoek, Todds baardkoekoek, toeloespoorkoekoek, treurkoekoek, vale koekoek, violette spoorkoekoek, vlekrugbaardkoekoek, vorkstaartdrongokoekoek, waaierstaartkoekoek, wenkbrauwspoorkoekoek, witborstbaardkoekoek, witbuikkoekoek, witbuikspoorkoekoek, witkapkoekoek, witnekbaardkoekoek, witoorbaardkoekoek, witsnorbaardkoekoek, zwaluwbaardkoekoek, zwart-witte baardkoekoek, zwartborstbaardkoekoek, zwartbuikkoekoek, zwarte koekoek, zwarte spoorkoekoek, zwartoorkoekoek, zwartsnavelkoekoek, zwartwangspoorkoekoek
Hyponiemen
- bronskoekoek, drongokoekoek, grondkoekoek, hagediskoekoek, honigkoekoek, honingkoekoek, kokoskoekoek, langstaartkoekoek, sperwerkoekoek, zeekoekoek
Afgeleide begrippen
- Afrikaanse koekoekswouw, Australische koekoeksduif, Australische koekoekswouw, behaarde koekoekspinnendoder, bruine koekoeksduif, Filipijnse koekoeksduif, gestreepte koekoeksduif, gewone koekoekshommel, gewone koekoekspinnendoder, gewone koekoekswesp, grote koekoekshommel, Jerdons koekoekswouw, kleine gestreepte koekoeksduif, kleine koekoeksduif, koekoeksdwerguil, koekoekseend, koekoekslipvis, koekoeksvogels, koekoekswever, lichte koekoekshommel, Mackinlays koekoeksduif, Modigliani's koekoeksduif, noordse koekoekspinnendoder, rode koekoekshommel, tweecellige koekoekspinnendoder, tweekleurige koekoekshommel, vierkleurige koekoekshommel, zwarte koekoeksduif, zwarte koekoekswouw
- koekoekafdekking, koekoekklok, koekoekraam, koekoeksbedrijf, koekoeksbeen, koekoeksbij, koekoeksbloem, koekoeksbloemtop, koekoeksbrood, koekoeksduif, koekoeksei, koekoeksgraad, koekoekshommel, koekoekshuis, koekoeksjong, koekoekskind, koekoekskleurig, koekoeksklok, koekoeksnest, koekoekspinnendoder, koekoeksspeeksel, koekoeksspog, koekoeksuil, koekoeksveer, koekoekswesp, koekoekswouw, koekoekszang, koekoekvis, koekoekvogel, koekoekwonen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- Indien koekoek wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep koekoeken zie dan Hyponiemen koekoeken
Uitdrukkingen en gezegden
[1] "vogel" (feitelijk ook [5] "duivel")
- Dank je de koekoek
- Dat haal je de koekoek
Dat weet ik wel, natuurlijk is dat zo (vaak sarcastisch, waarbij de spreker het feitelijk juist afdoet als onzin)
- Moge de koekoek je halen
Verwensing richting iemand
Vertalingen
1. bepaald soort vogel, Cuculus canorus
|
|
Gangbaarheid
- Het woord koekoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koekoek" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ koekoek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "koekoek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron J.Reumer“Het slimme bedrog van het koekoeksei” (13 mei 2017), Trouw
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be