Bocks sperwerkoekoek

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Bocks sper·wer·koe·koek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Bocks sperwerkoekoek Bocks sperwerkoekoeken
verkleinwoord Bocks sperwerkoekoekje Bocks sperwerkoekoekjes

Zelfstandig naamwoord

de Bocks sperwerkoekoekm

  1. (koekoeksvogels) Hierococcyx bocki   een koekoeksoort vernoemd naar de Duitse anatoom Carl Ernst Bock, die als eerste een exemplaar had verzameld op Sumatra. Deze sperwerkoekoek wordt ook wel beschouwd als een ondersoort van de grote sperwerkoekoek (Hierococcyx sparverioides). Deze soort parasiteert op zangvogels
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie