geelkeelkoekoek
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- geel·keel·koe·koek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geelkeelkoekoek | geelkeelkoekoeken |
verkleinwoord | geelkeelkoekoekje | geelkeelkoekoekjes |
Zelfstandig naamwoord
de geelkeelkoekoek m
- (koekoeksvogels) Chrysococcyx flavigularis een vogel uit de familie Cuculidae (koekoeken). Deze soort komt voor van Sierra Leone tot Ghana en van Kameroen tot oostelijk Congo-Kinshasa en Gabon
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'geelkeelkoekoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.