Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • re·gen·koe·koek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord regenkoekoek regenkoekoeken
verkleinwoord regenkoekoekje regenkoekoekjes

Zelfstandig naamwoord

de regenkoekoekm

  1. (koekoeksvogels) Coccyzus pluvialis   een vogel uit de familie van de koekoeken. Deze soort is endemisch in Jamaica. Deze vogelsoort komt voor in sub-tropische en tropische regenwouden in Jamaica
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie