Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • klei·ne koe·koek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kleine koekoek kleine koekoeken
verkleinwoord klein koekoekje kleine koekoekjes

Zelfstandig naamwoord

de kleine koekoekm

  1. (koekoeksvogels) Cuculus poliocephalus   een koekoekssoort uit het geslacht Cuculus  . Deze soort komt voor in Zuid- en Oost-Azië, met name van zuidoostelijk Siberië en Japan tot zuidelijk China, noordelijk Zuidoost-Azië en de Himalaya. Ze overwinteren in India, Sri Lanka en Oost-Afrika
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie