• (IPA in voorbereiding)
  • hi·ma·la·ya·koe·koek
enkelvoud meervoud
naamwoord himalayakoekoek himalayakoekoeken
verkleinwoord himalayakoekoekje himalayakoekoekjes

de himalayakoekoekm

  1. (koekoeksvogels) Cuculus saturatus   een koekoeksoort met grijze of bruine bovendelen en een lichtgekleurde onderzijde met smalle, donkere dwarsbanden. Bij het vrouwtje zijn ook de kin en keel gestreept. De lichaamslengte bedraagt ongeveer 31 cm