kleine eekhoornkoekoek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kleine eekhoornkoekoek    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• klei·ne eek·hoorn·koe·koek

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  kleine  en eekhoornkoekoek

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kleine eekhoornkoekoek	kleine eekhoornkoekoeken
verkleinwoord	klein eekhoornkoekoekje	kleine eekhoornkoekoekjes

Zelfstandig naamwoord

de kleine eekhoornkoekoek m

1. (koekoeksvogels) Coccycua minuta  een vogel uit de familie Cuculidae  (koekoeken). Deze soort komt voor van oostelijk Panama tot noordoostelijk Brazilië en noordelijk Bolivia en telt twee ondersoorten

Hyperoniemen

• koekoeken, koekoeksvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.