kleine mangrovekoekoek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kleine mangrovekoekoek    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• klei·ne man·gro·ve·koe·koek

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  kleine  en mangrovekoekoek

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kleine mangrovekoekoek	kleine mangrovekoekoeken
verkleinwoord	klein mangrovekoekoekje	kleine mangrovekoekoekjes

Zelfstandig naamwoord

de kleine mangrovekoekoek m

1. (koekoeksvogels) Coccyzus melacoryphus  een vogel uit de familie van de koekoeken. Deze soort komt voor van Colombia en Venezuela tot centraal Argentinië en Uruguay

Hyperoniemen

• koekoeken, koekoeksvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'kleine mangrovekoekoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.