coromandelkoekoek
- (IPA in voorbereiding)
- co·ro·man·del·koe·koek
- samenstelling van Coromandel en koekoek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coromandelkoekoek | coromandelkoekoeken |
verkleinwoord | coromandelkoekoekje | coromandelkoekoekjes |
de coromandelkoekoek m
- (koekoeksvogels) Clamator coromandus een vogel uit de familie van de koekoeken. Deze soort komt voor van noordelijk India en Nepal tot oostelijk China en Zuidoost-Azië
- Het woord 'coromandelkoekoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.