Nederlands

 
rosse spoorkoekoek
Uitspraak
Woordafbreking
  • spoor·koe·koek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spoorkoekoek spoorkoekoeken
verkleinwoord spoorkoekoekje spoorkoekoekjes

Zelfstandig naamwoord

de spoorkoekoekm

  1. (koekoeksvogels) een vogel uit het geslacht Centropus   en de familie koekoeken (Cuculidae). De wetenschappelijke naam Centropus is ontleend aan het Oudgrieks, κέντρον, kentron (sporen) en πούς, pous (voet). Dit slaat op de lange achterteen van de meeste soortenkoekoek met lange, spitse achterklauw
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen