Bengaalse spoorkoekoek

 
  • (IPA in voorbereiding)
  • Ben·gaal·se spoor·koe·koek
enkelvoud meervoud
naamwoord Bengaalse spoorkoekoek Bengaalse spoorkoekoeken
verkleinwoord Bengaals spoorkoekoekje Bengaalse spoorkoekoekjes

de Bengaalse spoorkoekoekm

  1. (koekoeksvogels) Centropus bengalensis   een koekoek met een grote verspreiding in het Oriëntaals gebied. Net als de andere spoorkoekoeken is deze soort geen broedparasiet, maar bouwt zelf een nest en broedt de eigen eieren uit