Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geer·tel·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geertelsel geertelsels
verkleinwoord geertelseltje geertelseltjes

Zelfstandig naamwoord

de geertelselm

  1. (dierkunde) mannetje van de giervalk
Verwante begrippen
termen uit de ornithologie:

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen