• wei·de·vo·gel
enkelvoud meervoud
naamwoord weidevogel weidevogels
verkleinwoord weidevogeltje weidevogeltjes

de weidevogelm

  1. (dierkunde) vogel die zijn broedplaats heeft in uitgestrekte graslanden
    • De spreeuw is zowel weidevogel als bosvogel. 
termen uit de ornithologie: