Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schreeuw·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schreeuwvogel schreeuwvogels
verkleinwoord schreeuwvogeltje schreeuwvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de schreeuwvogelm

  1. (dierkunde) vogel zonder zangorgaan, die alleen een schreeuwend geluid kan maken
Verwante begrippen
termen uit de ornithologie:

Gangbaarheid

Meer informatie