• tuin·gast
enkelvoud meervoud
naamwoord tuingast tuingasten
verkleinwoord - -

de tuingastm

  1. (dierkunde) vogel die leeft in het groen rond menselijke huizen
     Het bijzondere vogeltje bleef regelmatig terugkeren naar de voederplaats in de achtertuin van Motz. Een maand later liet Motz zijn bijzondere tuingast zien aan Brian Peer, hoogleraar gedragsecologie aan de Western Illinois University.[1]
[1] termen uit de ornithologie:
  1.   Weblink bron
    Sander Voormolen
    “Hoe voelt het om half man half vrouw te zijn? Deze dieren weten het” (10 januari 2015) op nrc.nl