Nederlands

 
Lactuca sativa
Uitspraak
Woordafbreking
  • sla
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘plant, gerecht daarvan’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
  • Samentrekking van salade.
enkelvoud meervoud
naamwoord sla sla's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de slav / m

  1. (plantkunde) elke plant van de soort Lactuca  
    (wikidata: sla  )
  2. (plantkunde) eenjarige plant Lactuca sativa   uit de Composietenfamilie Asteraceae  
    (wikidata: sla  )
  3. (groente) eetbare bladeren van Lactuca sativa  
    (wikidata: sla  )
  4. (voeding) gerecht met koude groente en eventueel een dressing
    (wikidata: sla  )
Synoniemen
3. eetbare bladeren van Lactuca sativa
4. gerecht met koude groente en eventueel een dressing
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
slaan

sla

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slaan
    • Ik sla. 
  2. gebiedende wijs van slaan
    • Sla! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slaan
    • Sla je? 
  4. aanvoegende wijs van slaan
     Ook al ben ik geen katholiek, toch sla ik vaak een kruisje voor mijn borst.[2]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen