Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krab·sla
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord krabsla
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de krabslav / m

  1. (voeding) een dikke saus gemaakt met het vlees van een krab
    • Snij de top van de ananas, en draai de ananas om op een mooie schotel. Zorg dat hij stevig staat. Prik de blokjes kaas op cocktailprikkers, vul af en toe aan met een zilveruitje, stukje ananas, augurkje of Maraschino kers. Verdeel de prikkers gelijkmatig over de ananas, tot de hele oppervlakte volgeprikt is. Vul de hapjes eventueel aan met partynootjes, olijfjes en toastjes met (zelfgemaakte) krabsla en komkommersla. [1] 
    • Slachten kunnen we weliswaar nog altijd niet, maar we kunnen karkassen aankopen. Daar hebben we gelukkig een budget voor. Anders zouden het broodjes krabsla worden, of vegetarische kost. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Standaard 18/08/2012door tbo Vijf recepten voor een smakelijk sixtiesfeestje
  2. De Standaard 06 MAART 2001 Slagersschool zonder vlees
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be