salade
- sa·la·de
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘slagerecht’ voor het eerst aangetroffen in 1544 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | salade | salades |
verkleinwoord | saladetje salaadje |
saladetjes salaadjes |
- (voeding) een gerecht met koude groente en eventueel een dressing
- Het wordt aangeraden om vaak salade te eten.
- ▸ ‘Drie Big Mac Menu’s en een salade graag.’ Ik zocht een rustig tafeltje voor mijn spullen en ging direct naar de wc om mijn handen voor de eerste keer in vijf dagen te wassen.[3]
- ▸ Ik werd met trompetgeschal verwelkomd en uitgenodigd om me te hullen in kleren uit hun Burning Man verkleeddoos en kon kiezen uit hamburgers, tosti’s, salades, pasta, koffie, bier of wiet.[3]
|
- Het woord salade staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "salade" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "salade" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ salade op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 3,0 3,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
salade v
- (spreektaal) rotzooi
- «Quelle salade ici!»
- Wat een zootje is het hier! [1]
- «Quelle salade ici!»