• aard·ap·pel·sa·la·de
enkelvoud meervoud
naamwoord aardappelsalade aardappelsalades
verkleinwoord aardappelsaladetje
aardappelsalaadje
aardappelslaatje
aardappelsaladetjes
aardappelsalaadjes
aardappelslaatjes

de aardappelsaladev / m

  1. (voeding) een salade die gemaakt wordt uit aardappelen
    • De aardappelsalade smaakt erg lekker. 
     Toen Frederik haar een knuffel wilde geven, duwde ze hem weg en zette hem aan het werk: witte wijn, aardappelsalade, daarna koffie en gebak.[1]
  1. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026334672