saladeschaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: saladeschaal (hulp, bestand)
- IPA: / saˈladəˌsxal / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- sa·la·de·schaal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van salade zn en schaal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | saladeschaal | saladeschalen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (kookkunst) grote schotel bestemd voor het opdienen van gerechten die bereid zijn uit onverwarmde groente
- ▸ Hij opent de deur van zijn koelkastje, haalt het folie van de saladeschaal af en dient op met Libanees brood. Mfaraket koosa. Puree van courgette, bereid met munt.[1]
Gangbaarheid
- Het woord saladeschaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Sheila Kamerman & Ingmar Vriesema“Koken voor asielzoekers blijft lastig” (15 maart 2016) op nrc.nl