• bouil·li·sa·la·de
enkelvoud meervoud
naamwoord bouillisalade bouillisalades
verkleinwoord - -

de bouillisaladev / m

  1. (kookkunst) koud gerecht bereid uit fijngehakt soepvlees en groenten met kruiden en azijn of ander zuur
     Wivina, een uitgeleefde weduwe, dreef nukkig café in haar eentje. (…) Haar soep en haar boterhammen met bouillisalade waren wijd en zijd beroemd, maar haar alcohol?[1]
  • De schrijfwijze "bouilliesalade" is fonetisch verklaarbaar, maar gelet op de betekenis van bouillie niet correct.
  1.   Weblink bron Sprakeloos”   (2012), Prometheus, Amsterdam, 26e druk, ISBN 9789044616026