Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groen·te·sa·la·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groentesalade groentesalades
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de groentesaladev / m

  1. (voeding) een gerecht met koude groente en eventueel een dressing
     Zorg dat je naast de kleine hapjes ook wat grotere gerechten op tafel zet. Denk aan een goedgevulde groentesalade, pastasalades of brood met tapenades. Op deze manier hoef je niet te vechten om het laatste stukje kip.[1]
     De 34-jarige kok Niven Kunz heeft al tien jaar een Michelinster. In zijn restaurant Niven in Rijswijk kookt hij voornamelijk met groente. De Westlandse groentesalade is lekker, gezond én eenvoudig thuis te bereiden.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Nadine Stolk
    “Zo maak je van een avondje gourmetten een groot succes” (21-12-2017), Tubantia
  2.   Weblink bron “Deze vijf topkoks bewijzen hoe excellent de Schijf van Vijf kan zijn” (06/04/2016), HP de Tijd