slablad
- sla·blad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slablad | slablaren slabladen slabladeren |
verkleinwoord | slablaadje | slablaadjes |
het slablad o
- het eetbare blad van een slaplant
- Leg iedere oester op een slablad, giet er wat van het warme ingedikte vocht bij. Vouw de blaadjes dicht of bindt ze dicht met een touwtje van bieslook. In één hap naar binnen. Een explosie[2]
- Bij een vuilcontainer in IJmuiden zijn donderdag twee jonge schildpadden aangetroffen. De dieren waren gedumpt in een grote plastic bak. Wel hadden ze nog enkele slablaadjes tot hun beschikking.[3]
- Het woord slablad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slablad" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 25 aug. 2017
- ↑ de Telegraaf 15 dec. 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be