dobermannpincher
- Geluid: dobermannpincher (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdobərmɑnˌpɪnʃər / (5 lettergrepen)
- do·ber·mann·pin·cher
- eponiem, van Duits Dobermann-Pinscher, de samenstelling van Dobermann en "19e-eeuwse Duitse deurwaarder en hondenvanger die dit ras als eerste fokte" en pincher zn "hondenras" , in de betekenis van ‘hondensoort’ voor het eerst aangetroffen in 1919
Het is niet duidelijk of het Duitse "Pinscher" afkomstig is van het Engelse pinch ww "knijpen" of verwijst naar de streek Pinzgau in Oostenrijk. [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dobermannpincher | dobermannpinchers |
verkleinwoord |
de dobermannpincher m
- Duits ras van grote, slanke zwart-bruine honden die vaak als waakhond worden gebruikt
- Boxers, bouviers, Deense doggen en dobermannpinchers mogen niet meer tentoongesteld worden met gecoupeerde oren.
- Amerikaanse cockerspaniël
- Amerikaanse waterspaniël
- barzoi
- basset
- beagle
- bloedhond
- bobtail
- boxer
- buldog
- bulldog
- bulterriër
- chihuahua
- chowchow
- cockerspaniël
- collie
- corgi
- dalmatiër
- dashond
- Deense dog
- Engelse cockerspaniël
- dobermann
- does
- dog
- Duitse herder
- Duitse herdershond
- fox
- foxterriër
- hazewind
- hazewindhond
- herder
- herdershond
- kardoes
- keeshond
- kooikerhond
- labrador
- labrador-retriever
- mastiff
- mops
- newfoundlander
- pikhaar
- pitbull
- pitbullterriër
- poedel
- pointer
- poolhond
- retriever
- rottweiler
- schapendoes
- scheper
- schipperke
- schnauzer
- setter
- sint-bernard
- sint-bernardshond
- spaniël
- spitshond
- stabij
- taks
- teckel
- terriër
- waterspaniël
- windhond
- yorkshireterriër
- zweethond +
- Het woord dobermannpincher staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ dobermannpincher op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "dobermannpincher" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Pinscher, der” op duden.de