Duitse herdershond

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Duit·se her·ders·hond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Duitse herdershond Duitse herdershonden
verkleinwoord Duitse herdershondje Duitse herdershondjes

Zelfstandig naamwoord

de Duitse herdershondm

  1. hond uit een oorspronkelijk in Duitsland gefokt ras voor het hoeden van schapen, dat nog het dichtst bij de wolf staat
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie