• schnau·zer
enkelvoud meervoud
naamwoord schnauzer schnauzers
verkleinwoord schnauzertje schnauzertjes

de schnauzerm

  1. bepaald Duits hondenras
66 % van de Nederlanders;
45 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be