Eerste kwartier
Laatste kwartier
Olieverfschilderij van G.H. Breitner "Inkwartiering"
  • kwar·tier
enkelvoud meervoud
naamwoord kwartier kwartieren
verkleinwoord kwartiertje kwartiertjes

het kwartiero

  1. (tijdrekening), (eenheid) kwart van een uur
    • Een kwartier bestaat uit 15 minuten. 
     Na een kwartier stopte er een oude gedeukte Toyota met een mollige vrouw voorin, die vroeg waar ik naartoe moest.[4]
     Het verduisteren van de maan begon rond 04.30 uur en een uur later begon de totale eclips. Maar doordat een kwartiertje later de zon alweer opkwam in Nederland, kon alleen de start worden waargenomen.[5]
  2. (astronomie) elk van de twee fasen of schijngestalten van de maan (of een planeet) waarbij het verlichte en het donkere gedeelte even groot zijn, dus bij "halve maan"
    • Bij wassende maan noemt men de "halve-maan-fase" het eerste kwartier, bij afnemende maan is dat het laatste kwartier 
  3. (militair) tijdelijk onderkomen voor militairen
    • De soldaten moesten hun kwartier ijlings verlaten. 
  4. (eenheid), (verouderd) eenvierde, kwart, kwartdeel, vierendeel
  5. (scheepvaart) wacht [3]
  6. (visserij) kwartdeel van een haringvleet
  7. (dierkunde) voorste of achterste deel van een slachtdier
  8. (familie) voorouder vanaf de tweede generatie
  9. (aardrijkskunde), (historisch) bestuurlijk onderdeel van een land of gewest
    • Het kwartier van Den Bosch. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[6]
  • Zie Wikipedia voor meer informatie. (kwart uur)
  • Zie Wikipedia voor meer informatie. (schijngestalte)
  • Zie Wikipedia voor meer informatie. (legering)


kwartier

  1. (tijdrekening)(eenheid) kwartier; een kwart uur


kwartier

  1. (tijdrekening)(eenheid) kwartier; een kwart uur