(heteroniem)

  • le·ge·ring
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord legering legeringen
verkleinwoord legerinkje legerinkjes

[A] de legéringv

  1. (metallurgie) materiaal met metaalachtige eigenschappen dat bestaat uit een vaste oplossing of verbinding van twee of meer elementen; waarvan met op enkele uitzonderingen na, de bestanddelen gewoonlijk metalen zijn
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord legering legeringen
verkleinwoord - -

[B] de légeringv

  1. (militair) tijdelijke huisvesting van militairen, zoals in een kampement of op een basis
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]


  • le·ge·ring
  • Afkomstig van de Latijnse werkwoorden ligare en legare met het achtervoegsel -ing
Naar frequentie 33608
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   legering     legeringen     legeringer     legeringerne  
genitief   legerings     legeringens     legeringers     legeringernes  

legering, g

  1. (metallurgie) legering (mengsel)
  2. (kookkunst) verdikking


  • le·ge·ring
  • Afkomstig van de Latijnse werkwoorden ligare en legare met het achtervoegsel -ing
Naar frequentie 27772
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   legering     m: legeringen
v: legeringa  
  legeringer     legeringene  
genitief   legerings     m: legeringens
v: legeringas  
  legeringers     legeringenes  

legering, m / v

  1. (metallurgie) (het) legeren (activiteit)
  2. (metallurgie) legering (mengsel)


  • le·ge·ring
  • Afkomstig van het Latinse werkwoord legare met het achtervoegsel -ing
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   legering     legeringa     legeringar     legeringane  

legering, v

  1. (metallurgie) (het) legeren (activiteit)
  2. (metallurgie) legering (mengsel)
  3. (figuurlijk) iets dat samengesmolten is en dat sterker is dan de afzonderlijke delen, bijv. de samenwerking van mens en machine