• al·li·a·ge
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verbinding’ voor het eerst aangetroffen in 1862 [1]
  • van het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord alliage alliages
verkleinwoord - -

alliage v / o [3]

  1. (metallurgie) het legeren (samensmelten) van diverse metalen
  2. het door dit proces verkregen metaalmengsel
42 % van de Nederlanders;
38 % van de Vlamingen.[4]