Gronings
ISO 639-3 |
---|
gos |
bestand |
- Geluid: Gronings (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣronɪŋs / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈχronɪŋs/, /ˈχroʊ̯nɪŋs/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɣroːnɪŋs/
- Gro·nings
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Gronings | - | - |
verkleinwoord | - | - | - |
het Gronings o
- geen meervoud (taal) Nedersaksische taal die wordt gesproken in de provincie Groningen.
1. een verzamelnaam voor de dialecten die in met name Groningen gesproken worden
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Gronings | Groningser | Groningst |
verbogen | Groningse | Groningsere | Groningste |
partitief | Gronings | Groningsers | - |
Gronings
- (demoniem) betrekking hebbend op Groningen of het Gronings.
Demoniemen bij Groningen in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Groninger • inwoonster: Groningse • bijvoeglijk: Gronings |
- Het woord Gronings staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.